Ondernemer hoeft niet mee te werken aan eigen veroordeling : nemo tenetur beginsel
Haarlem, 15 oktober 2013 . Op 4 oktober 2013 deed de rechtbank in Breda uitspraak in een bestuurlijke boetezaak van een VOF uit het zuiden van het land. De aanvankelijk boete van ruim € 30.000,= wegens fraude en manipulatie werd volledig terug gebracht naar € 0,=. De vennoten van deze transportonderneming werden bijgestaan door kantoorgenoot mr Kevin Vierhout.
Inzet van het beroep bij de rechtbank was een discussie over de vraag of deze VOF kon worden beboet voor het niet voeren van een deugdelijke
registratie. De Arbeidstijdenwet bepaalt hierover dat slechts een werkgever en een zelfstandige verplicht zijn om een deugdelijke registratie te voeren. Ook
een VOF, als werkgever, heeft deze verplichting, maar alleen als kan worden aangetoond dat de overtredingen zijn begaan door haar werknemers. Zijn de
overtredingen begaan door de vennoten zelf, dan dienen deze ieder afzonderlijk te worden beboet als zelfstandige. Een individuele vennoot is tenslotte geen
werkgever.
De boete was opgelegd aan de VOF. De vervoerswerkzaamheden binnen de VOF werden verricht door zowel de vennoten als door een aantal
werknemers van de VOF. De VOF stelde zich op het standpunt dat de ILT niet heeft aangetoond wie de overtredingen hebben begaan. De vennoten of de werknemers. Om te vervolgen dat als dat niet duidelijk is, er ook niet kan worden gesteld dat de VOF als werkgever moet worden beboet. Want voor hetzelfde geld hebben de vennoten gereden en dienen zij ieder afzonderlijk te worden beboet.
De ILT verweerde zich door te stellen dat de VOF, door het ontbreken van een deugdelijke registratie, deze onduidelijkheid zelf in de hand heeft gewerkt. Als zodanig is het aan de VOF om aan te tonen dat de vennoten hebben gereden en de VOF niet had mogen worden beboet. En gelet op het feit dat er geen deugdelijke registratie was, kon dit niet worden vastgesteld en was de boete terecht aan de VOF opgelegd, aldus de ILT.
Dit was voor de rechter een brug te ver. Volgens de rechter is de VOF niet gehouden om zelf duidelijkheid te geven over de juridische verhoudingen binnen het bedrijf. Dat zou namelijk betekenen dat de VOF wordt verplicht om mee te werken aan haar eigen veroordeling, het zogeheten ‘nemo tenetur-beginsel’. De ILT dient het bewijs aan te leveren en is daar naar oordeel van de rechter niet in geslaagd.
De boete werd van tafel geveegd.