Expediteur of papieren vervoerder: laat zien wie je bent

Expediteur of papieren vervoerder: laat zien wie je bent

Dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen een vervoerder en een expediteur is binnen de transportbranche algemeen bekend. In deze bijdrage wordt – ter opfrissing – ingegaan op de verschillen in aansprakelijkheid bij ladingschades. De expediteur is de partij die goederen doet vervoeren. Van essentieel belang is dat de expediteur op voorhand afspreekt dat hij de lading niet zelf vervoert, maar dat hij het feitelijke vervoer zal uitbesteden aan een vervoerder. De expediteur moet dus al in dit stadium duidelijk maken dat hij geen (papieren) vervoerder is. Aan te raden is dat de expediteur voor of tijdens het sluiten van een expeditieovereenkomst de FENEX-voorwaarden meezendt aan de opdrachtgever. De FENEX-voorwaarden zijn juridisch gezien overigens algemene voorwaarden. In aanvulling hierop kan eveneens een expeditieverklaring worden overgelegd. Vervolgens dient de expediteur het vervoer uit te besteden. Daarbij maakt het niet uit in wiens naam de expediteur dat transport uitbesteedt. Dat mag ook in naam van zijn opdrachtgever (meestal de afzender). Volgens vaste rechtspraak moet een expediteur kortom ondubbelzinnig laten blijken dat hij expeditiewerkzaamheden uitvoert.

De vervoerder, op zijn beurt, is echter ook bevoegd om het feitelijke vervoer weer uit te besteden. Dit gebeurt dan ook zeer geregeld, waarna een ware keten van vervoerders ontstaat. Indien een vervoerder het transport zelf uitbesteedt, dan spreekt men van een “papieren” vervoerder. Deze papieren vervoerder kiest dan uiteindelijk de transporteur uit die de goederen daadwerkelijk gaat vervoeren. Een heel gebruikelijke transportketen is dus: afzender-expediteur-papieren vervoerder-feitelijk vervoerder-geadresseerde. Zo bezien doen de expediteur en de papieren vervoerder bijna exact hetzelfde. Als er tijdens het transport echter schade ontstaat aan de lading, dan is het voor wat betreft de aansprakelijkheid cruciaal of een partij wordt aangemerkt als expediteur dan wel papieren vervoerder. En daar gaat het onbedoeld nogal eens mis. Allereerst het verschil in aansprakelijkheid.

Een expediteur is in de regel niet aansprakelijk voor ladingschade. Hij is namelijk verantwoordelijk voor het op juiste wijze uitbesteden van het transport en niet voor het vervoeren van de lading. In het uitzonderlijke geval dat een expediteur aansprakelijk is voor ladingschade, dan is die aansprakelijkheid bovendien contractueel in te perken. In de per 1 mei 2018 gewijzigde FENEX-voorwaarden is een aansprakelijkheidslimiet opgenomen van: 4 SDR per kg (beschadigd, in waarde verminderd of verloren gegaan) brutogewicht en de algemene aansprakelijkheidslimiet van 10.000 SDR per gebeurtenis (of reeks van gebeurtenissen met één en dezelfde schadeoorzaak). Ingeval van aansprakelijkheid bij ladingschades loopt een expediteur aldus een significant lager risico. De wisselkoers van 1 SDR fluctueert veelal tussen de EUR 1,20 en EUR 1,25.

Een vervoerder – daarentegen – heeft zich verplicht om de lading in goede orde bij de geadresseerde af te leveren. Die belofte maakt ook echt schuld. Bij het ontstaan van ladingschade is de vervoerder in de regel daarom wel aansprakelijk. De hoogte van de aansprakelijkheid is afhankelijk van de vraag of er sprake is van nationaal dan wel internationaal vervoer. Naar nationaal recht is een vervoerder slechts aansprakelijk voor EUR 3,40 per kg. Maar doorgaans is er sprake van internationaal vervoer en dan is de vervoerder aansprakelijk voor de CMR-limiet van 8,33 SDR per kg (circa 10,= EUR per kg). Tevens is de CMR vaak van toepassing verklaard op nationale transporten. De papieren vervoerder heeft hoe dan ook al te maken met een dubbel zo hoge limiet. Verder loopt de vervoerder het risico bij opzet of bewuste roekeloosheid aansprakelijk te zijn voor de volledige waarde van de lading. Daarenboven valt vervoerdersaansprakelijkheid niet contractueel uit te sluiten. Deze doorbreking van de limiet levert in het algemeen een extra risico op in landen als Duitsland en Frankrijk. De Nederlandse rechter oordeelt zelden dat er sprake van een doorbreking van de CMR-limiet.

Het onderscheid in aansprakelijkheid is dus eveneens helder. Welnu, wij zien desondanks nog vrij geregeld dat expeditiebedrijven zich onvoldoende kenbaar maken als expediteur bij de opdrachtgever. Een transportorder is tegenwoordig in een handomdraai uitgezet. Een expediteur dient daarbij wel altijd alert te blijven dat hij zich als zodanig presenteert, tenminste als de expediteur niet aangemerkt wil worden als papieren vervoerder. En die fout is snel gemaakt. Een expediteur die zijn opdrachtgever niet duidelijk laat weten uitsluitend expeditiewerkzaamheden te verrichten, wordt bijna altijd gezien als papieren vervoerder. Met alle gevolgen van dien. Een bijkomend probleem is dan nog dat de verzekeraar van de expediteur dekking weigert om exact dezelfde reden. Dekking wordt immers enkel geboden aan het expeditiebedrijf.

Zoals zo vaak geldt: bezint eer ge begint. Wij brengen de risico’s binnen uw onderneming graag in kaart.