Column in Nieuwsblad Transport: Mogelijke herziening oude boetezaken!

Column in Nieuwsblad Transport: Mogelijke herziening oude boetezaken!

In meerdere opzichten was het jaar 2006 er eentje die mij bij zal blijven. Op politiek vlak was 2006 het jaar waarin Minister Verdonk de strijd om het VVD-lijsttrekkerschap verloor van Mark Rutte. Diezelfde Minister Verdonk kwam dat jaar onder vuur te liggen vanwege de kwestie Hirsi Ali, die daarna uit de Tweede Kamer vertrok. Het was het jaar waarin het kabinet-Balkenende II zou vallen.

Op persoonlijk vlak was 2006 het jaar waarin ik bij Vallenduuk Advocaten voor het eerst in aanraking kwam met de rijtijdenwet, de werking van de tachograaf en alle administratie die daarbij om de hoek kwam kijken. Het was het jaar waarin de digitale tachograaf en de nieuwe rijtijdenverordening werden ingevoerd.

Nu, 15 jaar later, heeft de slimme tachograaf zijn intrede gedaan en zal vanaf medio 2023 de nieuwe generatie zijn intrede doen. Ultieme doel van de tachograaf is en zal altijd blijven een zo volledig en betrouwbaar mogelijk beeld van de rij- en rusttijden geven. Zonder een deugdelijke registratie is toezicht tenslotte niet mogelijk. Het is dan ook niet voor niets dat bij het ontbreken van tacho-registratie de boetes torenhoog zijn. Een slordige 4.400 euro per dag dat er data van het voertuig of de bestuurderskaart ontbreekt. En aangezien er op één enkel voertuig- of bestuurderskaartbestand meerdere dagen staan kon een boete over een controleperiode van 28 dagen al snel de grens van een ton passeren. 

Opvallend genoeg maakte de inspectiedienst daarbij nooit een onderscheid tussen gegevens die er vanwege een foutje niet waren, of gegevens waarvan, laten we zeggen, het nog best goed uit kwam dat die tijdens een controle niet konden worden getoond. In beide gevallen werd er per ontbrekende dag een boete opgelegd. In de procedures die ik sinds 2006 tegen het opleggen van dit soort boetes heb gevoerd voerde ik daarom regelmatig het verweer dat het niet opportuun was om voor het ontbreken van één enkel bestand per dag een boete op te leggen. Zeker als er geen sprake was van opzet en de rij- en rusttijden ook op andere manieren kan worden vastgesteld. Toezicht was tenslotte gewoon nog mogelijk, zij het op een andere manier.

Helaas hielden ILT en de Raad van State vast aan beboeting per dag. Tachograaf- en bestuurderskaartdata was nu eenmaal onontbeerlijk voor een gedegen toezicht. Voor iedere dag dat de administratie ontbrak, werd een boete opgelegd. Met een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de EU lijkt aan dit uitgangspunt mogelijk een eind te zijn gekomen.

In 2013 werden er twee Italiaanse chauffeurs tijdens een weginspectie gecontroleerd op hun rij- en rusttijden. Tijdens deze controle bleken zij niet in staat de registratiebladen van de voorafgaande 28 dagen te overleggen. Hierop is hen ten aanzien van elke ontbrekende dag een sanctie opgelegd. De chauffeurs waren het daar niet mee eens. Zij stelden dat ze slechts één enkele overtreding hadden begaan, omdat de betreffende bepaling hen slechts de verplichting oplegt om in geval van controle de registratiebladen van de voorafgaande 28 dagen over te leggen. Volgens de chauffeurs kon hen daarom slechts één enkele sanctie worden opgelegd. Het Europees Hof ging mee in dit. Volgens het Hof volgt uit de toenmalige Verordening 3821/85 enkel de verplichting om rij- en rusttijdgegevens te tonen over een periode van 28 dagen. Het niet kunnen tonen daarvan levert slechts één overtreding en niet 28.

Deze uitspraak kan grote gevolgen hebben voor zaken waarbij een transporteur wordt verweten over meerdere dagen geen data te kunnen overleggen. Al jaren schuift ILT deze overtredingen weg onder artikel 4:3 lid 1 Arbeidstijdenwet die een werkgever verplicht een deugdelijke registratie te voeren. Ik zie hierin een parallel met de uitspraak van het Hof. Net zoals de verplichting om in geval van een controle registratiebladen te overleggen één overtreding oplevert, is het voeren van een deugdelijke administratie, in mijn optiek, óók aan te merken als één enkele overtreding. Het zou een doorbreking van de huidige rechtspraak en een totaal andere benadering van bedrijfscontroles betekenen. De vraag is nu natuurlijk of de in het verleden afgedane zaken heropend kunnen worden. De boetes zouden namelijk wel eens ten onrechte zijn opgelegd. Hoewel heropening van oude zaken in ons land lastig is, is het niet onmogelijk.