Bedrijfsstructuur en organisatie
Al sinds de oprichting van ons kantoor in 1996 adviseren wij onze klanten over de wijze waarop zij hun organisatie het beste kunnen inrichten. Hierbij is het van belang de perfecte balans te vinden tussen de geldende wet- en regelgeving en de behoefte en wensen van de klant. Mogelijke risico’s worden in kaart gebracht en er wordt in samenspraak met de onderneming een plan gemaakt om deze risico’s te beperken. Daarbij is het van belang om rekening te houden met alle facetten waar een transportondernemer mee te maken krijgt. Zowel op het gebied van personeel, organisatie en operatie, als op het gebied van fiscaliteit, sociale zekerheid en financiën.
Door onze jarenlange ervaring in de sector transport en logistiek zijn wij in staat al deze facetten met elkaar te verbinden. Door onze samenwerking met partners en dienstverleners in binnen- en buitenland kan de ondernemer bij ons terecht met al zijn vragen die van belang zijn voor de optimalisatie van zijn bedrijfsstructuur en organisatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het belang van een juiste indeling en structuur voor de verschillende (werk)maatschappijen en BV’s binnen een groep, zowel in binnen- als buitenland, of aan de splitsing en samenhang tussen meerdere afdelingen of verschillende activiteiten, zoals transport, expeditie, warehousing etc. Daarmee zijn wij voor onze klanten niet louter een juridische dienstverlener, maar ook – of juist – een samenwerkingspartner.
Het belang van een gedegen beoordeling van de bedrijfsstructuur en organisatie is evident. ‘Efficiency, compliancy and control’ zijn voor veel ondernemingen de kernwaarden van hun bedrijfsvoering. Ze zorgen voor een optimalisatie van de bedrijfsprocessen en garanderen duurzaamheid en continuïteit.
Maar ook vanuit een externe motivatie wenst men de bedrijfsstructuur en organisatie geoptimaliseerd te hebben. Het eerste waar een inspecteur tijdens een bedrijfscontrole namelijk om zal vragen is een organigram van de onderneming. Aan de hand daarvan zal de inspecteur willen vaststellen welke werkmaatschappijen er zijn en of er ook buitenlandse ondernemingen binnen de groep vallen. Hij zal willen weten in welke ondernemingen de voertuigen, chauffeurs en vergunningen zitten. Of sprake is van louter transportbedrijven of dat er ook andere (werk)maatschappijen of logistieke diensten binnen de groep vallen, zoals materiaal BV’s, personeel BV’s, garage BV’s en expeditiebedrijven. Uiteindelijke doel is om vast te stellen dat de activiteiten worden verricht binnen de onderneming waar dat moet. Oftewel, dat de ondernemingen op de essentiële onderdelen voldoende van elkaar gescheiden zijn, dan wel dat juist sprake is van enige samenhang. Daarnaast moeten de betrokken transportondernemingen uiteraard voldoend de Europese vestigingseisen. Wordt daar niet aan voldaan – soms niet eens bewust – dan zijn de gevolgen vaak niet te overzien.
